BJJ-JiuJitsu-Judo-Sambo-Braziliaans JiuJitsu publicatie sport gericht!

In het eerste deel 28 van dit artikel beschreef ik de opkomst en kenmerken van moderne grappling vormen als Braziliaans jiu jitsu, worstelen (Grieks Romeins, vrije stijl, sambo), submission grappling en mixed martial arts. Ik bepleitte het breder aanbieden van grappling dan enkel als judo, om aan te sluiten bij de moderne bewegingscultuur. In dit tweede deel wordt onderzocht hoe we deze moderne grapplingvormen kunnen aanbieden in sport, bewegingsonderwijs en gerelateerde domeinen.

Methodiek en didactiek van grappling sporten en stoeispelen

Erik Hein

De opbouw van dit artikel is te lezen in figuur 3, dat tevens kan dienen als ‘keuzemenu’ voor de docent of trainer die iets met grappling (stoeien) wil doen en ondersteuning zoekt bij het bepalen van doelen, lesinhoud, didac­tiek en methodiek. De onderdelen van de figuur worden achtereenvol­gens uitgewerkt.

Het keuzemenu kan als volgt gebruikt worden.
Kies achtereenvolgens:
• een domein van grappling (stoeien)waarin je wilt werken;

• de voor jou en je doelstelling meest geschikte bronsporten die je daarbij wilt gebruiken;

Wat is ‘stoeien’?
Domeinen en bronsporten Fasen Grondvormen Uitdagingen Oefenmethoden

Figuur 3 | Keuzemenu voor de docent/ trainer.

• de fase van stoeien die je wilt gaan aanbieden;

• binnen die fase voor grondvormen, stoeiuitdagingen, of beide.

• de meest geschikte oefenmethode: trainen, leren of spelen.

Het begrip ‘stoeien’

Welke term kiezen we voor wat we willen gaan doen: judo, grappling, stoeien, worstelen? De criteria accep­ tatie, communicatie en implementa­ tie zijn hierbij belangrijk. Een ander criterium is dat de term ‘stoeien’niet versmald wordt tot slechts één bronsport, zoals bijvoorbeeld judo

De term die gebruikt wordt moet in de kern gaan over al die vormen van bewegingsgedrag waarbij er een lijf­ aan ­lijf gevecht is, met als doel werpen, controleren en submitten (onderwerpen). De term moet tevens verwijzen naar brede domeinen, waaronder sport en spel, maar ook ruimte en relevantie bieden aan grondvormen van stoeien, zelfverde­ diging en weerbaarheid. Tot slot moet de term aansluiten bij de huidige vechtsport­/ bewegingscultuur.


Op basis van deze criteria (naast de in deel 128 genoemde bezwaren) valt judo af. We zouden kunnen kiezen voor de term worstelen, maar hieraan kleven dezelfde bezwaren als aan judo, namelijk dat we versmallen

tot één van de vele bronsporten van grappling. De meest neutrale, precieze en internationaal gangbare term is ‘grappling’.

In Nederland is deze term echter nog tamelijk onbe­kende term. In dit artikel en voor dit vakblad kies ik daarom voor de term stoeien, omdat deze aan alle gestelde criteria voldoet en geaccepteerd is in sport en bewegingsonderwijs.

Domeinen en bronsporten

Stoeien kun je naar doel onder­ verdelen in diverse domeinen, namelijk als: spel; sport;brede fysieke en motorische ontwikkeling; zelfverdediging; weerbaarheidstraining;­ psychomotorische interventie.

Trainerstip:

kies de juiste term

Elke setting - denk aan sport, bewegingsonderwijs of weerbaarheids- training - is gevoelig voor hoe je ‘stoeien’ benoemt. In het bewegings- onderwijs is stoeien of judo bekend en geaccepteerd, maar in een sportschool in de grote stad past BJJ of grappling soms beter. Gebruik de term die past bij jouw doel en context. 16

Sportgericht nr. 1 | 2022 - jaargang 76

Deze domeinen ontlenen hun grond­ vormen, technieken en tactieken aan een aantal bronsporten.11,31 Sommige bronsporten passen beter bij bepaal­ de doelen dan andere (zie tabel 2). Daarnaast is ook de affiniteit van

de trainer met een bronsport een belangrijke factor.

Stoeien als spel

Hierbij staat spelen voorop. Denk aan stoeispelen in het bewegingsonder­ wijs. Strakke geïnstitutionaliseerde wedstrijdregels en protocollen zijn van minder belang. Eigen speldoelen en spelregels kunnen worden ont­ worpen. Het doel is spelen met tegen­ gestelde speluitdagingen en daarbij het spel op gang houden. Spelen gaat bij stoeispelen voor winnen.

Stoeien als sport

Dit is de wedstrijdvariant. Denk aan Grieks­Romeins of vrije stijl worste­ len, sambo worstelen, submission grappling en (Braziliaans) jiu jitsu of judo. Hierbij gaat het erom te winnen van een tegenstander volgens geïn­ stitutionaliseerde wedstrijdregels. Omdat ik om mij heen soms andere geluiden hoor, wil ik hier graag ge­ zegd hebben dat competitie (letter­ lijke betekenis: 'to strive together') niet per definitie onpedagogisch of niet vormend is. Sport heeft zijn eigen vormende waarden, maar uiter­ aard ook zijn valkuilen.

Stoeien als brede fysieke en motorische ontwikkeling

In dit domein staan vooral de grond­

vormen van bewegen gerelateerd aan stoeien centraal. Denk aan duwen, trekken en tillen. Het accent ligt op fysieke versterking en het ontwik­ kelen van een brede en adaptieve motorische basis. Dit domein wordt onder meer toegepast vanuit de ASM­BMO methode bij bijvoorbeeld voetbalclubs.5,28

Niet het opleiden tot betere grapplers, maar tot veelzijdiger sporters is het doel.

Stoeien als (fysieke) zelfverdediging

Bij dit domein kun je denken aan het controleren van een fysiek agressie­ ve persoon, of jezelf bevrijden uit een greep.31 Fysieke vaardigheden

in zelfverdedigingscenario’s staan centraal. In dit domein spelen juri­ dische aspecten als proportioneel en subsidiair handelen een belangrijke rol. Een hoge en harde judo worp

als de ura­nage is bijvoorbeeld heel effectief, maar in veel gevallen niet proportioneel.

Stoeien als weerbaarheidstraining

In dit domein, dat niet verward moet worden met zelfverdediging, worden met name sociaal­emotionele en communicatieve doelen nagestreefd. Thema’s als grenzen aangeven, de rol van lichaamshouding en lichaamstaal, opkomen voor jezelf of juist afstem­ men op een ander worden geoefend via fysieke stoeivormen.

Stoeien als psychomotorische interventie

Hierbij worden stoeivormen thera­ peutisch ingezet bij een specifieke

Figuur 4 | De vijf fasen van stoeien.

problematiek. Stoeien biedt een extra dimensie vanwege het fysieke contact, waarvan we weten dat

dit zowel helend als bedreigend

kan zijn. Thema’s zijn herkennen van lichaamssignalen, werken aan afstand en nabijheid, ruimte, kracht, lichaamsbeleving, vertrouwen en ontspanning.25,32

Vijf fasen van stoeien

Stoeien ­ van grappling tot judo ­ kun je indelen in vijf fasen (zie figuur 4), gebaseerd op afstand, positie en doelen:

1. staand stoeien op lange afstand:

2. staand stoeien op korte afstand

3. staand stoeien­clinchen


4. staand versus grondstoeien

5. grondstoeien (zie foto 9).

BRONSPORT

DOMEIN: Stoeien als ...

Grieks- Romeins worstelen

vrije stijl worstelen

sambo worstelen

Braziliaans jiu jitsu

grappling

MMA

judo

spel

sport

brede fysieke en motorische ontwikkeling

zelfverdediging

weerbaarheidstraining

psychomotorische interventie

Tabel 2 | Geschikte (•) en ongeschikte (•) combinaties van stoeidomeinen en bronsporten .

Sportgericht nr. 1 | 2022 - jaargang 76

17



TRAINING

Trainerstip: kies je domein en bronsport

Kies eerst het domein en dan de meest geschikte bronsport. Kies je bijvoorbeeld stoeien als spel, dan past dit prima bij het trainen van een brede fysieke en motorische ontwikkeling, of in het bewegingsonderwijs. Kies vervolgens een geschikte bronsport. Als scholen of sportverenigingen geen judopak hebben of dragen, zijn bronsporten als worstelen, grappling of BJJ-no-gi geschikter dan judo. En wil je vanuit het domein stoeispelen werken aan ‘tackles’ (voor bijvoorbeeld rugby), dan zijn vrije stijl worstelen en grappling de beste keuzes. Kies je voor stoeien als zelfverdediging dan zoek je expertise die verder gaat dan grappling sporten. Bijvoorbeeld kennis over juridische aspecten van zelfverdediging en scenariotrainingen. Braziliaans jiu jitsu is dan heel geschikt, want deze heeft van alle grappling bron- sporten het meest uitgewerkte en expliciete zelfverdedigingcurriculum. Judo en worstelen zijn minder geschikt, omdat daar geen trappen en stoten in voorkomen, maar ook een aantal tactieken die op straat ongeschikt zijn (bijvoorbeeld op je buik draaien).

fase 1 stoeien op lange afstand

fase 1 instappen en level change

fase 1 aangaan contact

1

2

3

fase 1 contact

fase 1 eindpositie naar takedown

fase 2 staand stoeien op korte afstand

4

5

6

fase 3 clinch

fase 4 staand versus grondstoeien

fase 5 grondstoeien

7

8

9

18

Sportgericht nr. 1 | 2022 - jaargang 76



Fase 1

De eerste fase is staand stoeien en kan vanaf afstand en zonder contact beginnen. Hierbij moet een afstand overbrugd worden om contact te maken. Denk aan de fase voor het inzetten van een worstel take­down of een rugby tackle. In deze fase moet afstand worden overbrugd en speelt in­ en uit bewegen een belangrijke rol.

Fase 2

De tweede fase is staand stoeien, waarbij er al wel fysiek contact is met de handen, maar nog geen ‘romp op romp’ contact. Dit is het gevecht om hand­ en ‘grip’ positie, zoals duidelijk te zien bij worstelen en judo. De han­ den zijn de belangrijkste eerste linie tegen take­downs. Het zogenaamde handgevecht heeft als doel in een po­ sitie te komen waarin je de tegenstan­ der naar de grond kunt brengen. In deze fase vinden de werptechnieken en take­downs plaats. De speluit­ daging is werpen en niet geworpen worden, ook wel ‘in balans blijven’ versus ‘uit balans halen’ genoemd in het bewegingsonderwijs.

Fase 3

De derde fase is de zogeheten clinch, waarbij er sprake kan zijn van romp­ tegen­romp contact. Denk aan de vele worstelposities, maar ook lijf­aan­lijf posities in bijvoorbeeld rugby, boksen en kickboksen. Ook vanuit de clinch vinden take­downs en worpen plaats en dan met name die worpen die dicht lichaamscontact vereisen, zoals heupworpen en vele take­downs via underhooks en body locks.

Fase 4

In de vierde fase staat de ene per­ soon en zit of ligt de andere persoon op de grond. Bijvoorbeeld in BJJ of judo, waarin de ‘werper’ nog staat en de tegenstander op de grond ligt. Deze fase is vooral belangrijk in stoeien als zelfverdediging en komt ook veel voor bij fysieke interventies bij politie, in de GGZ en bij fysie­

ke agressie op school. Fase 4 biedt echter ook goede mogelijkheden om te wennen aan contact en is daar­ naast relevant voor al die sport­ en weerbaarheidsituaties waarin je je­ zelf moet beschermen terwijl je op de grond ligt. BJJ en grappling hebben het meest uitgewerkte curriculum op dit gebied.

Fase 5

De vijfde fase is het grondstoeien, waarvan we eerder hebben gezien (zie tabel 1 in deel 128 van dit artikel en foto’s 10 t/m 16) dat er een hiërarchie van posities is. Zo is de back mount (foto’s 10 en 11) de meest effectieve positie, dus krijgt deze in de domeinen ‘sport’ en ‘spel’ de meeste punten.28

Trainerstip fase 1

Leuke stoeispelvormen voor alle doelgroepen in deze fase zijn:

• Aanraken van de knie van de tegenstander met de vingers (makkelijk) of handpalm

(moeilijk). Eén knie aanraken is één punt, twee knieën aanraken is twee punten. Begin met gescheiden rollen (een aanvaller en een verdediger). Daarna kunnen beide spelers tegelijk aanvaller en verdediger zijn. Speel het spel één minuut. Wie het meeste punten heeft gescoord is de winnaar. Deze oefening is de basis voor een ‘single leg’ en ‘double leg’ take-down en schoolt verplaatsen en verdedigen.

• Dezelfde spelvorm, met dezelfde opbouw en puntentelling als hiervoor, maar nu is het doel om één of twee polsen van de tegenstander vast te pakken. Een variatie is drie punten als je één of beide handen van de tegenstander de grond kan laten aanraken. Deze oefening is de basis voor het ‘handgevecht’ en daarmee voor worsteltechnieken als de ‘arm drag’.

Trainerstip fase 3

Een leuke stoeispelvorm voor alle doelgroepen in deze fase zijn de volgende:

• Spelen om binnenkant biceps positie. Eén punt is te verdienen voor één kant en twee

punten voor beide handen binnenkant-biceps positie. Een variant is om vanuit deze positie de tegenstander op één been te zetten (drie punten) of ‘eronder door’ (duck under) te komen (vier punten). Speel het spel een minuut, degene met de meeste punten wint. Deze oefening is de basis voor nog betere posities, maar ook voor ‘duck unders’ en take-downs.

Trainerstip fase 4

Een belangrijke en leuke spelvorm voor alle doelgroepen in deze fase zijn de guard plays: • Eén van de spelers zit op de grond in een atletische houding, de ander staat. Doel

van het spel is het passeren van de benen, achter de zittende tegenstander te komen en deze aan te raken op de binnenkant schouder. Als dat lukt wordt er gewisseld. De zittende speler mag niet trappen, maar alleen afhouden met de handen en zijn benen

er tussen houden. Variaties zijn het te pakken moeten krijgen van een lintje in de kraag van de zittende speler, of het doel verleggen naar het pakken van een object achter de zittende speler. Een moeilijke, maar belangrijke variant is de zittende speler als tweede doel te geven dat deze moet proberen op te staan. Deze oefening is de basis voor alle ‘ground recovery skills’ die in veel sporten, maar ook in zelfverdediging en weerbaarheid kunnen voorkomen.

Sportgericht nr. 1 | 2022 - jaargang 76

19



TRAINING

Opbouwen van fysiek contact

Meer in het algemeen is het bij stoei­ en van belang oog te hebben voor een goede methodiek voor het wennen aan en accepteren van fysiek con­ tact.29 Soms wil je werken met stoei­ vormen met fysiek contact, maar zijn deelnemers dit niet gewend, of zijn ze er om diverse redenen nog niet aan toe. Bepaal dan de eindfase van het stoeien en gebruik bijvoorbeeld de opbouw uit figuur 5.

Back mount positie

Back mount positie variatie

Side control

Mount positie

Knee on belly positie

11

12

13

20

Sportgericht nr. 1 | 2022 - jaargang 76

14

Trainerstip fase 5

In fase 5 zijn oneindig veel stoeispelvormen te bedenken, variërend van ‘koala’ voor de basisschool33 tot serieuze BJJ en submission grappling vormen in sport en voort- gezet onderwijs. Enkele tips en oefeningen:

• Wees sensitief. Omdat grondstoeien de meest intieme vorm van stoeien is, vraagt

het sensitiviteit van de trainer. Een mogelijkheid is om eerst staand te wennen aan

contact, en dan pas naar deze fase te gaan.

• Een andere optie is om op de grond te beginnen met het stoeien ‘met’ en ‘om’

materialen. Dit haalt de focus wat weg van doelgericht werken op en met het lichaam. Bijvoorbeeld ‘handdoekje trekken’ vanaf de knieën, of stoeien om een bal in bokpositie met een afpakker en een verdediger.

• Een andere optie is aansluiten bij de belevingswereld van de doelgroep. Zo zijn veel jonge jongens goed bekend met (kick) boksen en kan dat een vertrekpunt zijn: wat kun je doen als een grappler je stoot ontwijkt en je naar de grond brengt?

• Begin met de minst intieme posities, zoals de diverse guard vormen. Ook zijn er leuke oefeningen om te wennen aan contact, zoals de volgende van Yos Lotens uit ‘Opvoeden door stoeien’4: ‘tenentikkertje’, ‘plakhanden’, ‘Eskimodans’, ‘stempelen’ en ‘geef gas en verras’.

• Maak het aantrekkelijk. Sommige doelgroepen heb je eerder beet als je een ‘coole truc’ laat zien, of een gave ontsnapping (wat zou je doen als iemand je zo vast- pakt?).

10

Turtle positie

Guard positie

15

16


Trainerstip: kiezen

voor stoeiuitdagingen

Je hebt in het voorgaande stadium gekozen voor het domein van stoeien, de bronsporten en de fasen die je gaat gebruiken. Nu is het tijd om te kiezen welke stoeiuitdagingen je gaat kiezen in de training:

• Als het doel is deelnemers beter te

laten worden in stoeien als spel of sport, dan zijn de volgende uitdagin- gen belangrijk: stoeien om positie, stoeien om balans en stoeien om controle.

• Voor wennen aan fysiek contact is stoeiuitdaging 1 (zie tabel 3) een goede start. Hierbij kan de methodiek uit figuur 5 gebruikt worden.

• De uitdagingen stoeien om ruimte en ‘om’ en ‘met’ materialen zijn bij uitstek gericht als stoeien wordt aangebo- den voor brede fysiek-motorische ontwikkeling in sport en bewegings- onderwijs.

Figuur 5 | Een methodische opbouw van fysiek contact.

Kies per situatie welke fase het meest effectief is voor jouw doel en of deze fase (al) veilig is voor de doelgroep. Zo zijn er redenen te bedenken om in het bewegingsonderwijs op de grond te beginnen, omdat vallen dan niet aan de orde is. Maar in het voortgezet onderwijs, of als je stoeivormen wilt aanbieden in de sport, zoals bijvoor­ beeld bij handballers of rugbyers, is staand stoeien geschikter.

Grondvormen van stoeien

Stoeien kun je afpellen tot een aantal grondvormen, zoals duwen, trekken, tillen, vastpakken en vasthouden, grijpen en knijpen, omvatten, vallen, rollen, balanceren, afschermen en afhouden en ‘voetenwerk’. Deze grondvormen kunnen aangeboden worden als geïsoleerde fysieke trai­ ning in spelvorm (zie tabel 2).

Stoeiuitdagingen

Stoeiuitdagingen zijn de speluit­ dagingen binnen alle genoemde domeinen van stoeien. Voorbeelden

zijn aanraken versus niet aangeraakt worden, vastpakken versus niet vast­ gepakt worden, controleren versus vrij blijven.30,31 Stoeiuitdagingen komen niet alleen voor binnen stoei­ spelen of grapplingsporten, maar bijvoorbeeld ook binnen stoeien als zelfverdediging. In tabel 3 zijn tien stoeiuitdagingen opgenomen. De eerste uitdagingen zijn echte speluit­ dagingen, de laatste zijn met name sociaal­emotionele uitdagingen.

Oefenmethoden voor stoeien

De term ‘oefenmethoden’ gebruik

ik voor nu even als containerbegrip voor didactiek/methodiek. De didac­ tiek betreft de wijze van onder­ wijzen, maar ook de keuze voor de werkvormen. In dit artikel gebrui­ ken we drie werkvormen namelijk trainen, leren of spelen.

Trainen

Onder trainen versta ik in dit artikel het drillen en herhalen met als voor­ naamste doel een fysieke prikkel te

geven. Ook reeds geleerde bewe­ gingen automatiseren en inslijpen behoort tot trainen. Trainen heeft in deze zin een sterk conditioneel en conditionerend karakter.

Leren

Onder leren versta ik hier het aanle­ ren of verbeteren van grondvormen en technieken van stoeien. De nadruk ligt hierbij dus op de technische ontwikkeling en minder op de fysieke prikkel. In het kader van breed motorische ontwikkeling staat in deze categorie een zo breed moge­ lijke beheersing van grondvormen van stoeien centraal. Binnen deze categorie kan zowel een substantiële / technische als een relationele / spel didactiek gekozen worden. In de taal van motorisch leren is het dan de keuze tussen een representationele (bijvoorbeeld schema theorie) versus niet­representationele (bijvoorbeeld ecologische psychologie) wijze van lesgeven.34

Trainerstip: grondvormen

Grondvormen van stoeien maken sporters sterker, fitter en motorisch adaptiever. Kies die vormen die het beste bij je doel, je sport en je sporters passen.

Om deel te nemen aan stoeien als spel of sport is het apart oefenen van grondvormen niet noodzakelijk. Door het spel oefen je immers de grondvormen. Wel kunnen grondvor- men van stoeien een effectieve fysieke en coördinatieve prikkel zijn die het spel ten goede komen. Grondvormen zijn ook van waarde voor andere sporters die verder niet geïnteres- seerd zijn in technieken en tactieken. Ze kunnen in veel sporten met fysieke contact van waarde zijn, omdat ze in veel situaties voorkomen.

Sportgericht nr. 1 | 2022 - jaargang 76

21



TRAINING

Spelen

Bij spelen ligt het accent op de speluitdagingen van het stoeien en werken we oplossingsgericht volgens de 3I methode:35

­ introductie en exploreren spel­ uitdaging

­ isoleren enkele oplossingen

­ integreren in spel.

Je introduceert bijvoorbeeld een stoeispelsituatie als: A moet de benen

van B passeren om tot een houdgreep te komen, B probeert dat te voorko­ men. Daarna laat je de deelnemers binnen bepaalde regels ‘stoeien’ met deze uitdaging. In stap 2 (isolatie) haal je enkele goede oplossingen naar voren. Deze bespreek je, je geeft wat instructie en je gaat kort ‘drillen’. Daarna laat je de deelnemers het geleerde weer proberen toe te passen (stap 3: integreren) in het startspel.

Methodiek

Hierboven is de didactiek besproken. Nu volgt de methodiek, waaronder ik de volgorde van de leerstof en werkvormen versta. Veel hiervan is al besproken bij de fasen van stoeien en de opbouw van fysiek contact. Rest nog een keer enkele belangrijke keuzes op een rijtje te zetten:

• Welke fase van stoeien kies je?

• Welke mate van fysiek contact kies

Grondvorm Drillen Spelen

duwen

Duw elkaar naar de overkant met weinig tot veel weerstand. Variaties:

- staand of op de knieën

- lijf aan lijf of met tacklekussen

Duw elkaar uit of van de plek. Variaties: - staand vs. op de knieën

- lijf aan lijf of met kussen

trekken

Elkaar naar de overkant trekken, eventueel met materiaal (touw).

Trek elkaar in of uit een ruimte.

botsen

Wennen aan het absorberen van fysiek contact door vormen als schouderduwen, borst tegen borst springen, etc.

Duelleren met schouder duwen, staand of zittend.

tillen

Tillen van voren, van de zijkant en van achteren in sets en reps.

Estafette: elkaar op steeds verschillende manieren naar de overkant tillen.

vastpakken/grijpen en knijpen

Vasthouden aan een handdoek aan een pull up bar, judomat vasthouden.

Wedstrijdje handdoek trekken, of ‘wie blijft er het langste hangen’ in teams.

omvatten

Omvatten van voren, van de zijkant en van achteren en partner optillen.

Beide partners vallen aan en verdedigen, doel is omvatten van de ander om de romp of benen.

vallen en rollen

Diverse vormen van valbreken oefenen.

Rollen als ontwijken van inkomende tegenstanders.

weren, blokkeren en ontwijken

Inkomende krachten (duwen, botsingen, tackles) weren, blokkeren of ontwijken.

Weren, blokkeren en ontwijken van materialen en inkomende speltegenstanders.

balanceren

Diverse balansposities oefenen in solovorm.

Chinees boksen en andere duw- en trekspelen op één been.

afstoppen

Met gestrekte arm of ander ‘frame’ de ander afhouden.

Verdedigen van een ruimte door afhouden met één of twee armen.

afstand overbruggen en ‘level change’: snel kunnen schakelen

van hoge naar middel naar lage lichaamshoudingen in defensieve en offensieve situaties.

Solo oefenen van het overbruggen van afstand in fase-1 van stoeien voor een take-down of voor maken fysiek contact. Level change oefenen in solovorm.

Overbruggen oefenen in spelvorm (zie trainerstip grondvormen). Oefen van level change in spelvorm.

Tabel 2 | Grondvormen van stoeien als drillen en als spelen.

22 Sportgericht nr. 1 | 2022 - jaargang 76



je en hoe bouw je deze in die speci­

fieke situatie op?

• Gaan jongens en meisjes samen of

apart?36

• Werken we met gi of no­gi?

• Kies je voor het aanbieden van

grondvormen van stoeien, voor techniek, of voor spel?

Tot slot

Grappling is uitdagend als sport en draagt bij aan fysieke en mentale gezondheid. Tevens is het een goede basis voor weerbaarheid en zelfverde­ diging. Grappling biedt grote kansen voor een brede motorische ontwik­ keling en fysieke weerbaarheid voor sporters. In de vorm van stoeispelen biedt grappling grote kansen in het bewegingsonderwijs en een mooi venster op verschillende grappling culturen. # Uitdaging Essentie

1

Stoeien met contact

Wennen aan en accepteren van fysiek contact.

2

Stoeien om controle

De ander controleren en zelf vrij blijven. Vasthouden versus loskomen. Voorbeelden zijn aanvallen en verdedigen in grondposities, houdgrepen en staande omvattingen.

3

Stoeien om ruimte

Een plek of ruimte betreden of afschermen/ verdedigen

De beste technische positie pakken t.o.v. de ander. Dominante grip, underhooks, enzovoorts.

4

Stoeien om positie

Stoeien met materiaal (denk aan trek- en duwvormen): hierbij komen onbedoelde lichamelijke aanrakingen voor, als kennismaking met het contact met anderen.

5

Stoeien ‘met ‘ en ‘om’ materialen

Stoeien om materiaal: hierbij ligt de focus op het veroveren van het materiaal, maar je raakt de ander ook aan om bij dat materiaal te komen.

6

Stoeien om balans

Werpen en niet geworpen worden.

7

Stoeien met omgangsvormen

Verkennen, herkennen en erkennen van juiste omgangsvormen in stoeien.

8

Stoeien met emoties

Verkennen, herkennen en erkennen van emoties in stoeien.

9

Stoeien met weerstand

Verkennen, herkennen en erkennen van weerstand in stoeien.

10

Stoeien met conflicten

Verkennen, herkennen en erkennen van conflictstijlen in stoeien. Over de auteur

Erik Hein is vaste medewerker van Sportgericht. Hij is bewegingswetenschapper, geregistreerd epidemioloog en psycholoog (i.o.) en heeft jarenlange ervaring als docent op het MBO Sport en Bewegen, bij de Nationale Politie en binnen vele vechtsport-, weerbaarheid-, fitness- en personal trainer opleidingen. Momenteel is hij werkzaam als first responder trainer en onderzoeker en als docent op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Amsterdam. Vorige week verscheen bij ...daM Uitgeverij zijn boek Frontlinie training. Handboek voor onderwijs en training voor medewerkers werkzaam in de frontlinie.

Zie het eerste deel van dit artikel28 voor referenties 1 t/m 27.

28. Hein E (2021). De grappling (r)evolutie. Hybride martial arts hebben sport en bewegingsonderwijs veel te bieden. Sportgericht, 75 (6), 36-43.

29. Morales J et al. (2020). Progression of combat sport activities for youth athletes. Strength and Conditioning Journal, 42 (3), 78-89.

30. Brinke G ten (2008). Stoeispelen in het basisdocument onderbouw VO. Lichamelijke opvoeding, 96 (maart), 32-34.

31. Pouwels J & Dijkstra W (september 2016). Beweegdomein stoeien, treffen & weerbaarheid: op ALO Eindhoven. Lichamelijke opvoeding, 104 (september), 31-30.

32. Marich J, Warren OH & Ebert P (2021). Gracie jiu-jitsu in trauma-focused

Tabel 3 | Tien stoeiuitdagingen



Vorige
Vorige

6 tips voor jou eerste BJJ wedstrijd.

Volgende
Volgende

BJJ Amersfoort blog met Drs Erik Hein