BJJ Amersfoort blog met Drs Erik Hein
In de afgelopen tien jaar heeft er een (r)evolutie plaatsgevonden in de vechtsportwereld. De populariteit van MMA (mixed martial arts) nam enorm toe en in het kielzog daarvan wonnen nieuwe grappling sporten aan bekendheid en populariteit. Ook kende het aloude worstelen een duidelijke opleving. De veelheid aan technieken en fysieke eigenschappen die tegenwoordig gevraagd wordt, maakt de betreffende sporten op zichzelf interessant, maar biedt ook enorm veel mogelijkheden aan de sport in
brede zin, het bewegingsonderwijs, weerbaarheidstraining en hulpverlening.
De grappling (r)evolutie Hybride martial arts hebben sport en bewegingsonderwijs veel te bieden
Erik Hein
In een tweedelig artikel hoop ik uw enthousiasme te kunnen wekken
voor al deze mogelijkheden. Of u nu bijvoorbeeld strength & conditioning trainer in de sport bent, leraar licha melijke opvoeding, weerbaarheids trainer of psychomotorisch therapeut, de veelheid aan moderne vechtsport varianten biedt voor elk wat wils.
Kennismaking
In dit eerste deel geef ik u achter gronden bij de opkomst van MMA
en in de slipstream daarvan enkele populaire grappling sporten, zoals Braziliaans jiu jitsu (BJJ) en submis- sion grappling. Ook de opleving van het worstelen komt aan de orde. In deel twee zal ik de tien grondvormen en de vijf kernvaardigheden van grappling beschrijven en komen een methodiek en didactiek aan bod om grappling aan te bieden in onder an dere sport en bewegingsonderwijs.
Grappling
De term grappling zal de gemiddelde Nederlandse sportliefhebber nog niet erg vertrouwd in de oren klinken. Het woordenboek geeft ‘worstelen’
als eerste vertaling, maar grappling
is veel meer dan het worstelen (GrieksRomeins of vrije stijl) zoals we dat van oudsher kennen. Uiter aard is er wel een verwantschap. De term grappling is in de vechtsport wereld een verzamelnaam voor alle varianten waarin het lijf aan lijf ge vecht in een poging de tegenstander ‘eronder te krijgen’ centraal staat. ‘Stoeien’ is een Nederlands begrip dat de lading ook aardig dekt.
Wat is de effectiefste vecht sport?
Om de opkomst van de grappling sporten te begrijpen, is enige histo rische kennis noodzakelijk. Op 12 november 1993 stond de vechtsport wereld namelijk even stil. Eindelijk zou duidelijk worden welke vorm het effectiefst is. Wie wint er in een spor tief gevecht met minimale regels: de bokser, karateka, kickbokser, kung fu beoefenaar of worstelaar? Of komt de verrassing uit nog een andere hoek? Later meer hierover, maar op die bewuste dag herwonnen de grappling sporten hun respect en zouden ze be ginnen aan een wereldwijde opmars.
36 Sportgericht nr. 6 | 2021 - jaargang 75
Voor veel moderne grappling vormen is geen speciaal pak nodig, waardoor ze laag drempelig toegankelijk zijn voor de sport, het bewegingsonderwijs en andere toepassingen.
maar wel om aannemelijk te maken dat grappling veel meer is dan alleen judo.
Ten eerste zorgt de grote bekendheid van judo ervoor dat grappling vooral met deze specifieke uitingsvorm wordt geassocieerd. In het bewe gingsonderwijs of in moderne visies als het Athletic Skills Model5 bestaat grappling vooral uit judo en blijven de andere tradities buiten beeld. Vanuit de doelstelling om jongeren in het bewegingsonderwijs en de sport een brede inleiding te geven in de bestaande bewegingscultuur, is naar mijn mening een veelkleuriger aanbod dan enkel judo gewenst. Ik zie een duidelijke meerwaarde in het aanbieden van een breder venster
op de grappling wereld aan jonge (maar overigens ook aan volwassen) sporters, zodat ze niet alleen ken nis maken met de Japanse martiale bewegingscultuur.
Wel of geen pak?
Ten tweede is de focus op technieken met judopak (‘gi’) een grote beper king. Allereerst omdat in zelfverde digingssituaties in het echte leven niemand een pak draagt en er ook in het bewegingsonderwijs vrijwel nooit judopakken beschikbaar zijn. Bij het gebruik van grappling vormen als training voor andere sporters (zoals rugbyers, handballers en voetballers) zijn er doorgaans ook geen pakken voorhanden en liggen andere worstel vormen eigenlijk dichterbij. Een an der gevolg van trainen in een judopak is dat vele andere vaardigheden,
die we kennen uit andere tradities, onderbelicht blijven. Grappling zon der pak vraagt heel andere vaardig heden en stelt andere fysieke eisen.6 GrieksRomeins worstelen, no gi BJJ en submission grappling zijn hier specifiek op gericht en hebben er een heel curriculum voor!
Ten derde zijn er binnen het judo
als wedstrijdsport steeds minder technieken toegestaan dan in het oor spronkelijke curriculum. Vele mooie, effectieve technieken zijn verbannen,
Lijf aan lijf
Zoals gezegd is grappling een vorm van vechtsport waarin het lijf aan
lijf gevecht centraal staat. Doel is de tegenstander staand of op de grond te domineren door posities, grepen en klemmen.1 Pankration was de eerste grappling sport in de geschiedenis van de Olympische Spelen en is ver gelijkbaar met het huidige MMA.2 Grappling als spelgedrag is zo oud als de mensheid zelf3 en vele culturen hebben hun eigen tradities. Van het GriekRomeins worstelen tot het Russische sambo, het Japanse judo
en het eveneens Japanse sumo. Naast de Olympische grappling disciplines worstelen en judo zijn er vele an
dere grappling vormen, waaronder Braziliaans jiu jitsu en submission grappling. Tevens is grappling een belangrijk onderdeel van MMA.
In zijn boek Opvoeden door stoeien4 zegt auteur Yos Lotens: ‘Als jonge mensen en dieren zich willen uit leven, gaan ze stoeien. Maar stoeien is meer dan alleen een manier om
je overtollige energie kwijt te raken. Het is een belangrijk aspect van de (bewegings)opvoeding’.
Meer dan alleen judo
In WestEuropa maar zeker niet
in OostEuropa, de immense voor malige SovjetUnie en de USA ging het Olympische worstelen in de vorige eeuw langzaam teloor. Op een gegeven moment kende de sport nog slechts een handjevol beoefenaars. De
‘Vanuit de doelstelling jongeren in het bewegingsonderwijs en de sport een brede inleiding te geven
in de bestaande bewegingscultuur
is naar mijn mening een veelkleuriger aanbod dan enkel judo gewenst.’
grappling traditie werd vooral door het judo overeind gehouden. Deze vereenzelviging van grappling met judo heeft helaas een aantal nadelen, die ik hieronder zal bespreken. Niet om het judo in diskrediet te brengen,
Sportgericht nr. 6 | 2021 - jaargang 75
37
Foto: Shutterstock
TRAINING
waaronder worstelworpen en take downs, maar ook voet en beenover strekkingen. Als martiale sport heeft het judo hierdoor aan veelzijdigheid ingeboet.
Zelfverdediging
Ten vierde heeft het judo ook vanuit het perspectief van zelfverdediging een deel van haar waarde verloren. Het is echt een sport geworden, losgezongen van de werkelijkheid buiten de dojo. In de meeste judo scholen is er geen aandacht meer voor zelfverdediging en is er op dit punt dan ook geen curriculum meer. Sterker nog, typische wedstrijd tactieken in het judo, zoals in bok zitten of defensief op je buik liggen, zijn in zelfverdedigingssituaties zeer onwenselijk. Ook de nadruk op staande worpen maakt judo in grote mate disproportioneel in zelfverde digingssituaties. Als je op straat uit een worp valt, loop je een grote kans op ernstig letsel. In tegenstelling tot judo hebben grappling vormen als BJJ nog steeds een expliciet zelf verdedigingscurriculum. BJJ maakt ook minder gebruik van harde/
hoge worpen en is meer gericht op controletechnieken. Dit maakt dat deze grapplingvormen gemakke lijker ingezet kunnen worden in
het trainen van aanhoudings en zelfverdedigingsvaardigheden door burgers en geweldsprofessionals. Ten vijfde beperken de wedstrijd regels van het judo het grondwerk, omdat daar weinig tijd voor wordt gegeven. Hierdoor is judo vooral een staande vorm van grappling gewor den, terwijl juist het grondwerk zoveel mogelijkheden biedt als stoei vorm. Staand grapplen is bovendien fysiek zwaar en technisch moei
lijk, mede vanwege het werpen en vooral ook het vallen. Dit maakt het relatief ontoegankelijk als trainings vorm voor beoefenaars van andere sporten en vooral ook voor de wat oudere sporter. Juist het grondwerk biedt veel mogelijkheden om veilig en zonder vallen te grapplen. De
Figuur 1 | Een grote variëteit aan technieken (rechts) uit een groot aantal vechtsport vormen (links) komen samen in MMA.11
Amerikaanse judocoach Jimmy Pedro (wereldkampioen in 1999 en vier keer OS deelnemer) zegt hierover: ‘Judo is voor volwassenen een harde sport om te doen, zeker ook wat betreft vallen. Je moet er behoorlijk atletisch voor zijn.’ BJJ is veel toegankelijker voor de oudere sporter.7
Grappling versus striking
Hoewel judo zich in de afgelopen decennia in WestEuropa opwerkte tot de dominante vorm van grap pling, had het net als de andere grappling varianten te leiden onder de toenemende populariteit van de zogeheten striking arts: aanvankelijk karate en taekwondo, later vooral kickboksen. Judo leek meer en meer vooral geschikt voor kinderen en als pure wedstrijdsport. Boksen, kick boksen en karate werden in een open gevecht als superieur gezien ten op zichte van grappling. Tot die twaalfde november in 1993. Om dat nog iets beter te kunnen begrijpen, gaan we een stap terug in de tijd en komen we uit in Brazilië.
De familie Gracie
Geheel in de traditie van vechtsport meesters was de Braziliaan Helio Gracie (19132009) tenger, licht (61 kg) en zwak van gezondheid. Hij leerde jiu jitsu en judo van Japan ners en verfijnde hun technieken.8
In 1951 vocht hij in een volgepakt stadion tegen de topjudoka uit die tijd, Masahiko Kimura. Helio verloor het gevecht op een schouderklem, die sindsdien de kimura wordt genoemd. Gesterkt door deze nederlaag bleef de familie Gracie hun gevechtskunst toen nog Gracie jiu jitsu geheten
verder ontwikkelen. Ze daagden iedereen uit het tegen hen op te ne men in gevechten met weinig regels en zonder gewichtsklassen. Het is belangrijk om op te merken dat de Gracie’s heel bewust zochten naar een jiu jitsu (‘zachte kunst’ of ‘soepele techniek’): meer accent op techniek en minder op fysieke kracht. Deze filosofie zou later een rol spelen in het wel of niet meegaan in de trend van moderne fysieke training.
Helio’s oudste zoon Rorion bracht het
38
Sportgericht nr. 6 | 2021 - jaargang 75
Braziliaanse jiu jitsu naar de VS, waar hij wederom iedereen uitdaagde om het tegen hem op te nemen. Dit werd opgenomen op video en daarmee was de Gracie Challenge geboren. Ieder een die dacht dat zijn vechtkunst effectief was kon dit uittesten, met steeds hetzelfde resultaat: op je kont op de grond en aftikken op een klem of verwurging. Maar nog steeds dacht de vechtsportwereld dat de strikers beter waren dan de grapplers en dat karateka’s, taekwondoka’s, boksers en kickboksers die grapplers wel zouden inmaken. Tot 12 november 1993, toen de geboorte van MMA de vecht sportwereld wakker schudde.9
Mixed martial arts
Royce Gracie was de jongste en minst fysieke telg uit de Gracie fami
lie. Zonder enig letsel en puur op techniek versloeg hij op die twaalfde november achtereenvolgens een bokser (Art Jimmerson), een Neder landse full contact karate topper (Gerard Gordeau) en een submission worstelaar (Ken Shamrock). Drie overwinningen op één avond, zonder gewichtsklassen! Gracie zou dit kunststukje op meerdere toernooien herhalen, waarbij hij ook de Neder landse judoka en jiujitsuka Remco Pardoel uit Oss liet aftikken op een verwurging. Hoe kon dit gebeuren? Hoe kon zo’n lichte jiujitsuka het winnen van zwaardere en fysiek sterkere strikers? Wat deed hij precies daar op de grond? Toernooi na toer nooi bleef Gracie de bovenliggende vechter omdat niemand er nog in slaagde de puzzel op te lossen.
Professionele vechtsport
Vandaag de dag, een kleine dertig jaar later, is MMA een van de best betaalde en meest professionele vechtsporten, met een explosieve groei, wedstrijden in het heilige Madison Square Garden (New York) en volle stadions op alle continenten. Op de sportzender ESPN worden re cordcijfers met pay per view gehaald. Wereldwijd dromen zowel grapplers
als strikers uit alle vechtsport disciplines ervan om ooit hun debuut te maken in het MMA.
Qua regulering voldoet de grootste MMA organisatie (UFC: Ultimate Fighting Championship) aan de strengste eisen, waaronder een strak antidopingbeleid, georganiseerd door de United States AntiDoping Agency (USADA). Net als het boksen in het verleden kent het MMA zijn eigen ‘Muhammad Ali’ en ‘Mike Tyson’. Alleen heten ze nu Connor McGregor en Ronda Roussey (voormalig judo kampioen). McGregor daagde in
2017 de ongeslagen wereldkampioen boksen Floyd Mayweather uit in de grootste money fight aller tijden. Hij verloor in de tiende ronde van het ge vecht, maar kon wel miljoenen dollars op zijn bankrekening bijschrijven. Het tekent de immense populariteit van MMA.
Sportwetenschap
In de vechtsportwereld loopt het MMA voorop wat betreft sport wetenschappelijk onderzoek. Zo is er bijvoorbeeld het UFC Performance Institute, waar state of the art trai ning, medische en sportwetenschap pelijke begeleiding en onderzoek plaatsvindt. Dr. Duncan French is de vice president of performance van het instituut en heeft het sportweten schappelijk optimaliseren van MMA als missie. French is ook editor van de recente ‘bijbel’ van de NSCA (Natio nal Strength & Conditioning Associa tion), getiteld ‘NSCA’s essentials of sport science’.10 Hij is een leerling van NSCA pionier prof. William Kraemer en neemt jaren Olympische ervaring mee naar het MMA. In 2021 bracht het Performance Institute de tweede ‘Cross-sectional performance analysis and projection of the UFC athlete’ uit.
Figuur 2 | Vertical alignment wordt gezien als het ideale model voor het geïntegreerd trainen van MMAvaardigheden.11
Sportgericht nr. 6 | 2021 - jaargang 75 39
TRAINING
Een indrukwekkende inspanning fysiologische, voedingskundige, blessurepreventieve en tactische analyse van de moderne all round vechtsporter.11
MMA is qua onderzoek volop aan wezig in gezaghebbende wetenschap pelijke vakbladen, waaronder die van de NSCA. Het MMA is een geweldige sportwetenschappelijke uitdaging, omdat het een mix is van striking en grappling vechtsporten, met soms tegengestelde fysieke eisen. Je zou kunnen spreken van de ‘tienkamp onder de vechtsporten’. Deze interne tegenstellingen maken de MMAtrai ning tot een zeer uitdagende puzzel, die de sportwetenschap dwingt tot onderzoek en innovatie.
Het eerste stukje van de puzzel is de vraag hoe je al deze skills uit ver schillende domeinen (zie figuur 1) integreert in een coherent trainings programma. Het tweede puzzelstukje is het op één lijn krijgen (‘vertical alignment’, zie figuur 2) van alle trainers en begeleiders vanuit de vele betrokken disciplines, oftewel het voorkomen van ‘verzuiling’ (‘horizon tal alignment’). Dit actuele sport wetenschappelijke proces binnen de MMA training is heel interessant voor coaches in andere complexe sporten.
Het derde puzzelstukje is de fysieke kant van deze veelzijdige mix. Hoe stem je de fysiologische vereisten van alle verschillende disciplines op elkaar af? Zo kunnen MMA atleten bijvoorbeeld worstelen, maar ook boksen trainen en deze activiteiten vereisen verschillende fysieke eigen schappen.12 Daarnaast is er ook nog de ondersteunende fysieke training, die ook weer divers moet zijn omdat de staande fase andere fysiologische kenmerken heeft dan de clinch fase en het grondgevecht. Voor wie meer wil lezen over de inspanningsfysiolo gische en trainingskundige aspecten van deze meest uitgebreide vecht sport heb ik een aantal suggesties1115 opgenomen in de literatuurlijst. MMA kent geen vaste, vooraf beken
de competitiekalender. De sporters dienen daarom altijd basisfit te zijn voor als er een wedstrijd wordt aangeboden. Het merendeel van
de sporters gaat dan 612 weken in ‘fightcamp’. Wat is dan een effectieve periodisering?16 Een puzzel die ook coaches uit andere complexe sporten zal aanspreken.
Het belang van MMA
Er zijn net als eerder bij boksen en kickboksen diverse ethische vragen te stellen bij een full contact vecht sport als MMA. En die vragen worden ook zeker gesteld.17 De realiteit is ech ter dat MMA net zoals kickboksen eerder zeer populair is en kennelijk aansluit bij de psychologische en sociologische behoeften van beoefe naren18 en toeschouwers. In het arti kel ‘The Nordic female fighter’19 zien de auteurs kansen voor vrouwen om MMA te benutten als emancipatoir instrument: “MMA women have the potential to act as female role models through their counterhegemonic negotiation of norms and views of ‘traditional’ femininity and, more specifically, the perception of femini nity as something fragile and passive.
Here is MMA’s progressive potential.’ Feit is dat deze vechtsport momen teel wereldwijd vele sporters en re creanten aantrekt en in haar kielzog een groot aantal andere vechtsporten (opnieuw) leven heeft ingeblazen.
Positieve gevolgen
De opkomst van MMA heeft een aan tal positieve gevolgen opgeleverd. Ten eerste heeft MMA door het all round karakter de striking en grappling tradities herenigd. In het bewegings onderwijs en de sport wordt momen teel vaak nog onderscheid gemaakt tussen stoei en trefspelen, maar deze kunnen ook geïntegreerd als vecht spel of vechtsport beoefend worden. In het onderwijs hoef je deze mixed vormen niet als wedstrijdsport aan
te bieden, maar zijn ze juist prima te gebruiken als allround zelfverdedi gingsspel.20
Ten tweede heeft MMA de vecht sportwereld geopend, bij elkaar gebracht en geëmancipeerd. Geopend en bij elkaar gebracht omdat MMA voor een geweldige interesse in cros straining heeft gezorgd. Omdat het spel zo breed is en niet op te lossen door één vechtsportdiscipline, gaan
Het MMA curriculum
Het MMA is een mix van ‘striking’ en ‘grappling’ en deze vaardigheden worden gevoed vanuit vele verschillende vechtsporten. Qua spelverloop kent het MMA drie fasen:
De staande fase, waarin vooral stoot en traptechnieken en takedowns op lange en
kortere afstand worden uitgevoerd. De technieken voor deze fase komen met name uit de striking sporten, met het kick en thaiboksen, boksen, karate en taekwondo als dominante verschijningvormen. Takedowns uit het vrije stijl worstelen vallen ook in deze fase.
De clinch fase, oftewel het lijf aan lijf gevecht, waarin met name het fixeren, uit balans brengen en naar de grond brengen van de opponent het doel zijn. De technieken voor deze fase komen met name uit het GrieksRomeins worstelen en het sambo, judo en BJJ. Het judo is hier een effectieve methode, alhoewel de technieken aange past moeten worden omdat er geen judopak is. In de clinch fase kunnen ook korte stoot en knietechnieken uit het kickboksen worden toegepast.
In de grondfase is het doel de tegenstander tot overgave te dwingen door met name arm en beenklemmen, verwurgingen en stoottechnieken. Als de sporter zich niet meer kan verdedigen of niet ‘aftikt’, maakt de scheidsrechter een einde aan het ge vecht. De technieken voor deze fase komen met name uit het worstelen, het sambo en BJJ.
40
Sportgericht nr. 6 | 2021 - jaargang 75
sporters bij de vele afzonderlijke vechtsporten kijken en leren. Voor de striking technieken kan men boksen, kickboksen of karate bestuderen en voor het grappling gaan sporters kijken bij onder meer judo, BJJ en worstelen. Terwijl de vechtsporten eerst gescheiden werelden waren,
is er nu sprake van voortdurende interactie en wederzijdse interesse en respect. De crosstraining brengt meer mensen vanuit diverse sportieve en culturele achtergronden bij elkaar en stimuleert innovatie en wederzijds begrip.
Met de bovengenoemde emanci patie wordt bedoeld dat leraren en organisaties zich niet meer kunnen verschuilen achter zwarte banden, geheime technieken en ‘de enige waarheid’. Er is met MMA een gemeenschappelijk laboratorium ont staan, waarin iedereen die beweert dat zijn vechtsport het effectiefst
is dit realistisch kan uittesten. Ook hoef je maar naar de historie van het MMA te kijken om een idee te krijgen van wat wel en wat niet werkt in
een sportief gevecht. Dit maakt dat iedereen zich kan aansluiten en dat hiërarchische structuren van banden en goeroes minder invloed hebben. Ook is niet langer alleen alles wat uit het Oosten komt de moeite waard. De vechtsporten uit het Westen en andere delen van de wereld genieten weer net zoveel respect.
Ten derde heeft MMA het worstelen in al zijn culturele verschijningen weer in ere hersteld en een enorme boost gegeven. Dat is uiteraard posi tief voor de worstelsport zelf, maar ook omdat hiermee een cultureel erf goed met fysieke en (ontwikkelings) psychologische waarde opnieuw leven is ingeblazen.
Braziliaans jiu jitsu
Eerder is de oorsprong van het BJJ beschreven als de poging van de familie Gracie om judo en jiu jitsu efficiënter en minder fysiek maken. De vier strategische stappen in BJJ zijn als volgt:21
1. Breng het gevecht naar de grond: hier spelen kracht en explosiviteit een kleinere rol en zijn de gevaarlij ke impactwapens deels uitgescha keld;
2. Ontwijk de benen van je tegen stander, want deze zijn gevaarlijk; 3. Beweeg je door een hiërarchie van
posities om de meest dominante
positie te verkrijgen;
4. Laat de tegenstander zich overge
ven door een submission: klem, verwurging of psychologische overgave.
BJJ gaat hierbij uit van een hiërar chie van grondposities die een reële gevechtswaarde vertegenwoordigen buiten BJJ als wedstrijdsport. Hoe hoger de hiërarchische waarde, des te meer mogelijkheden de positie in een echt gevecht zou bieden. In tabel 1 is de hiërarchie van grondposities beschreven.
Zoals de naam al aangeeft bevind je je in de ‘top’ posities ‘bovenop’ de tegen stander en ben je in de ‘onder’ posities de onderliggende partij. Topposities staan hoog in de hiërarchie, neutrale posities bieden beide kanten moge lijkheden. Het bekendste voorbeeld
is de guard positie: je tegenstander zit tussen je benen en is weliswaar ‘on top’, maar je kunt nog steeds heel effectief kanteltechnieken en submis sions toepassen. De tegenstander kan echter ook passeren en naar hoger gewaardeerde posities toewerken.
‘Gi’ en ‘no gi’
BJJ kent zowel een ‘gi’ (met pak) als een ‘no gi’ vorm (zonder pak). Meestal worden ze beide beoefend.6 De no gi variant heeft een grotere transfer naar stoeispelen, maar ook naar zelfverde diging en toepassing in het MMA.
BJJ na MMA
Na het starten van de MMA revolutie zou het BJJ zich in vijf richtingen verder over de wereld verspreiden:
• als dominante vechtsportvariant
binnen het MMA;
• als zelfstandige competitiesport; • als weerbaarheids en zelfverde
digingsmethode voor onder meer
burgers en first responders;
• als psychosociale interventie;
• als stoeivorm voor jong en oud.
BJJ in MMA
Over BJJ in het MMA hebben we
het al gehad. Tegenwoordig scholen alle vechters zich in de technieken
en dus is BJJ niet langer dominant. Er is geduchte concurrentie van de worstelaars en samboworstelaars die het BJJ ontcijferd hebben. Ook de strikers zijn steeds beter in staat het clinch en grondgevecht af te houden. Beheersing van BJJ technieken is echter nog steeds een must in MMA!
BJJ als sport
Het BJJ heeft zich wereldwijd ont wikkeld als wedstrijdsport en kent in
Dominante positie
Neutraal
Inferieure positie
Tabel 1 | Hiërarchie van grondposities in het BJJ.
Back mount op tegenstander
Mount op tegenstander
Knee on belly op tegenstander
Side control op tegenstander
Top turtle positie
Guard top / in guard
Turtle positie onder
Side control onder
Knee on belly onder
Mount onder
Back mount onder
Sportgericht nr. 6 | 2021 - jaargang 75 41
TRAINING
ternationaal wedstrijdvarianten met en zonder judopak.22,23 De Interna tional Brazilian Jiu Jitsu Federation (IBJJF) hanteert voor volwassenen wedstrijdtijden van 510 minuten, afhankelijk van leeftijd en graduatie. De wedstrijd begint staande, net als bij judo en worstelen. Er kan in die fase gescoord worden met worpen of takedowns. Als men eenmaal op de grond is, gaat het gevecht verder. In tegenstelling tot judo en worstelen is de partij niet afgelopen na een worp of houdgreep, maar gaat het gevecht door. Punten worden verdient door het veroveren van grondposities en het gevecht wordt gewonnen door een submission (klem of verwurging). BJJ als wedstrijdsport staat open voor technieken uit andere tradities, waardoor er een continue mondiale uitwisseling met andere grappling vormen als worstelen, sambo, judo, enzovoorts is. Door de no gi variant is BJJ niet gebonden aan het judopak, waardoor het toegankelijk is voor bijvoorbeeld het onderwijs, de sport en al die andere plekken waar geen judopakken beschikbaar zijn.
BJJ als zelfverdediging
BJJ is van oudsher ook gericht op realistische zelfverdediging en wordt wereldwijd gebruikt door o.a. politie en defensie. Veel BJJ organisaties hebben een specifiek zelfverdedi gingscurriculum, met veel nadruk op controle uitoefenen en minimaal gebruik van fysiek geweld. Omdat BJJ zonder pak werkt, er een link
is met MMA en de technieken van nature gericht zijn op ‘de straat’, is de transfer naar weerbaarheidstraining zo gemaakt.
BJJ als psychosociale interventie
Langzamerhand komen er ook onderzoeken naar de psychosociale mogelijkheden van BJJ beschikbaar. Beoefenaars blijken door BJJ belang rijke levensvaardigheden te leren, met een positieve transfer naar het gewone leven.24 Genoemd worden: respect voor anderen, doorzettings
vermogen, zelfvertrouwen en gezon de gewoonten. Hierbij zijn de trainer en de medesporters de belangrijkste influencers. Het gaat hierbij om een hoofdzakelijk impliciet leerproces en dus niet om een expliciet opgesteld life skills programma. BJJ wordt ook succesvol ingezet als (lichaams gerichte) therapie en als interventie bij PTSS.2527
BJJ als stoeivorm voor jong en oud
BJJ als stoeispel is toegankelijker en langer vol te houden dan het staande grapplen, de harde worpen en het vele vallen in judo of worstelen. De sport kenmerkt zich door een relaxte familiesfeer en een hoog community gehalte. BJJ is uniek door de on derliggende filosofie van techniek, efficiëntie en controle en vanwege het feit dat BJJ hierdoor ook oudere sporters aantrekt. Vooral het sco ringssysteem, waarbij je per positie punten kunt verdienen, maken het uiterst geschikt als stoeispel, omdat er doorbewogen kan worden en het niet ophoudt bij een houdgreep.
De opleving van het worstelen
Zoals beschreven kwamen de strikers in het MMA aanvankelijk hopeloos tekort. Als bokser, kickbokser of ka rateka lag je binnen no time op je rug. De vrije stijl en GrieksRomeins wor stelaars begonnen eerder meer succes te krijgen, want zij waren gewend om takedowns en worpen te verdedigen. Ze konden meer en meer tegenstand bieden aan het BJJ, ofschoon ze in eerste instantie nog niet uit de voe ten konden met de submissions op de grond. In het worstelen pin je immers je tegenstander vast op de grond en dat is het. In MMA begint het daar pas en is het zaak je tegenstander af te laten tikken. Met name de Russi sche samboworstelaars konden het spel langzamerhand steeds beter meespelen en voegden er intimide rende been en enkelklemmen aan toe.
Door de steeds verdergaande profes sionalisering en de grote geldstromen
werd het voor worstelaars aantrek kelijker zich te richten op MMA.
Vele topworstelaars van Olympisch niveau stapten met succes in de sport. Daardoor kreeg het worstelen van de vechtsportwereld zijn respect terug. Door de mediaaandacht voor MMA is bovendien de aandacht voor het worstelen als zelfstandige sport enorm toegenomen. Met name de worstelaars uit Dagestan genieten recentelijk een bijna mythische status, met de winst van Khabib Nurmgamedov op Connor McGregor als hoogtepunt. Nurmgamedov is nog ongeslagen en lijkt in staat om ook Amerikaanse worstelaars gemakke lijk te domineren met zijn specifieke sambotechnieken.
Worstelen heeft een rijk curriculum aan vaardigheden, variërend van takedowns tot pins. Je kunt het beoefenen zonder judopak en het is direct toe te passen in sport en bewe gingsonderwijs.
Submission grappling (SG)
Na het succes van het BJJ in het MMA ontstond er ook een opleving van andere grappling vormen. Niet iedereen wilde in een wit of blauw pak grapplen en gebonden zijn aan het graduatiesysteem (met gekleur de banden) van BJJ, judo of traditi oneel worstelen. Men wilde gewoon innovatief en toegankelijk duelleren, met technieken die overal vandaan mochten komen. SG is dan ook een mix van alle mogelijke grappling vormen, die zonder pak en zonder worsteloutfit, maar gewoon in
een Tshirt en een sportbroek kan worden beoefend. Doel is scoren door worpen en takedowns en vooral streven naar submissons op de grond. SG lijkt het meeste op wat we in het algemeen onder stoeien verstaan. De sport kent inmiddels wereldwijde organisaties en wed strijdcircuits en profs kunnen er hun geld mee verdienen. Het mooie van SG is de grote toegankelijkheid voor grapplers uit verschillende sporten.
42
Sportgericht nr. 6 | 2021 - jaargang 75
Grappling en breed motorisch opleiden
Grappling vaardigheden kunnen van positieve waarde zijn voor andere sporten, bijvoorbeeld vanuit het per spectief van breed motorisch oplei den. Ronald Mijzen en Ronald Joorse werken al 15 jaar samen binnen de jeugdopleiding van voetbalclub Ajax. Stoeien/vechten is een belangrijk onderdeel van hun performance programma om van jeugdspelers allround atleten te maken. Ze gebrui ken stoeien in de topsport om vier redenen:
• Grondproof worden: als sporters
niet bang zijn voor de grond en dus durven te vallen, dan hebben ze veel meer vrijheid in hun bewegingen. Je zult bijvoorbeeld geen omhaal maken als je bang bent om te vallen.
• Contactproof worden: niet bang zijn voor de impact van andere lichamen tijdens het sporten.
Voorbereiding op krachttraining: stoeispelen worden bij de jongere jeugd ingezet om hun lichamen functioneel sterker te maken en als brug naar krachttraining, aanvanke lijk met het eigen lichaamsgewicht en later met extra weerstand.
Teambuilding: omdat je elkaar
1. Øvretveit K & Laginestra FB (2021). Mechanisms and trainability of peripheral fatigue in grappling. Strength and Conditioning Journal, 43 (4), 918.
2. Georgiou AV (2008). Pankration A historical look at the original mixedmartial arts competition. Black Belt Magazine, april 2008, 9297.3. Bult P (1994). Bewegingsopvoeding als evolutionair probleem. De ontwikkeling van programma's voor lichamelijke opvoeding en sport vanuit een evolutiebiologische visie. Academisch proefschrift, Rijksuniversiteit Groningen.
4. Lotens Y (2013). Opvoeden door stoeien (2e gewijzigde druk). Rijswijk: Elmar. 5. Wormhoudt R, Teunissen JW & Savelsbergh G (2013). Athletic Skills model. Voor een optimale talentontwikkeling. Arko Sports Media.
6. Pessôa Filho DM et al. (2021). Energetics contribution during nogi Brazilian jiu jitsu sparring and its association with regional body composition. PLoS ONE, 16 (11), e0259027.
7. Lex Friedman podcast #236 Jimmy Pedro: Judo and the forging of champions.
8. Peligro K (2003). The Gracie way: an illustrated history of the world's greatest martial arts family. Invisible Cities Press.
9. SouzaJunior TP et al. (2015). Mixed martial arts: history, physiology and training aspects. The Open Sports Sciences Journal, 8, 17.
10. French D & TorresRonda L (eds.) (2021). NSCA's essentials of sport science. Human Kinetics.
11. UFC Performance Institute (2021). A cross-sectional performance analysis and projection of the UFC athlete.
12. Plush MG et al. (2021). Developing a comprehensive testing battery for mixed martial arts. International Journal of Exercise Science, 14 (4), 941961. 13. Andrade A et al. (2019). Physical and training characteristics of mixed martial arts athletes: systematic review. Strength & Conditioning Journal, 41, 5163.
14. Plush MG et al. (2021). Exploring the physical and physiological characteristics relevant to mixed martial arts. Strength & Conditioning Journal, online ahead of print, doi: 10.1519/SSC.0000000000000649.
aanraakt en niet alleen maar langs elkaar sport, werkt grappling uit stekend als teambuilding activiteit. Je voelt elkaars lichaam en dus de capaciteiten van je teamgenoten. Ook in onder meer handbal en rugby, waarin het lijf aan lijf gevecht een onderdeel is van de sport, kan het stoeien een grote meerwaarde hebben.
Net zoals Mijzen en Joorse onder delen uit andere sporten gebruiken om allround atleten op te leiden, doen ze dat ook bij het stoeien. ‘Uit het judo gebruiken we voornamelijk het grondgevecht, maar we gebruiken ook vormen als sumoworstelen. We willen geen judoka’s van ze maken, maar betere bewegers, waarbij we alle vormen van stoeien inzetten’.
De methodiek die Mijzen en Joorse daarbij gebruiken is de volgende:
• Stoeien met materiaal (denk aan trek en duwvormen): hierbij komen onbedoelde lichamelijke aan rakingen voor, als kennismaking met het contact met anderen;
• Stoeien om materiaal: hierbij ligt de focus op het veroveren van het materiaal, maar je raakt de ander natuurlijk aan om bij dat materiaal te komen;
• Stoeien om het lichaam: elkaar vast moeten houden en los willen komen, dus de pure vorm van grappling.
Vervolg
Ik hoop dat ik uw enthousiasme voor grappling als zelfstandige sport, maar vooral ook als bron van oefenstof voor allerlei andere toepassingen, heb kun nen wekken. In het tweede deel van dit artikel zal ik die toepassingen voor allerlei doeleinden verder uitwerken.
Over de auteur
Erik Hein is vaste medewerker van Sportgericht. Hij is bewegings wetenschapper, geregistreerd epidemioloog en psycholoog (i.o.) en heeft jarenlange ervaring als docent op het MBO Sport en Bewegen, bij de Natio nale Politie en binnen vele vechtsport, weerbaarheid, fitness en personal trainer opleidingen. Momenteel is hij werkzaam als first responder trainer en onderzoeker en als docent op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Amsterdam.
15. Plush M (2021). Understanding physical and physiological characteristics in mixed martial arts athletes. Master thesis, Edith Cowan University (AUS).
16. James LP, Kelly VG & Beckman EM (2013). Periodization for mixed martial arts. Strength & Conditioning Journal, 35 (6), 3445.
17. Holt J & Ramsay M (eds.) (2021). The philosophy of mixed martial arts. Squaring the octagon. Routledge.
18. Green K (2016). Tales from the mat: narrating men and meaning making in the mixed martial arts gym. Journal of Contemporary Ethnography, 45 (4), 419450.
19. Alsarve D & Tjønndal A (2019). ‘The Nordic female fighter’: exploring women’s participation in mixed martial arts in Norway and Sweden. International Review for the Sociology of Sport, 55 (4), 471489.
20. Slaats C (1996). All round zelfverdedigingsspelen voor het voortgezet onderwijs (1e druk).
21. Joe Rogan Experience Podcast – JRE MMA Show #111. John Danaher.
22. Øvretveit K (2108). Anthropometric and physiological characteristics of Brazilian jiujitsu athletes. Journal of Strength and Conditioning Research, 32 (4), 9971004; erratum in 32 (5), e7.
23. Andreato LV et al. (2017). Physical and physiological profiles of Brazilian jiu jitsu athletes: a systematic review. Sports Medicine - Open, 3 (1), 9.
24. Chinkov AE & Holt NL (2016). Implicit transfer of life skills through participation in Brazilian jiujitsu. Journal of Applied Sport Psychology, 28 (2), 139153.
25. Mickelsson TB (2021). Brazilian jiujitsu as social and psychological therapy: a systematic review. Journal of Physical Education and Sport, 21 (3), 15441552. 26. Weinberger K & Burraston T (2021). Benefits of Brazilian jiujitsu in managing posttraumatic stress disorder: a longitudinal study. Journal of Community Engagement and Scholarship, 13 (4), article 11.
27. Collura GL (2018). Brazilian jiu jitsu: a tool for veteran reassimilation. PhD dissertation, University of Florida.