De Braziliaanse Jiu Jitsu termen die je moet kennen!


Je wilt gaan starten met BJJ of bent pas begonnen maar tijdens de lessen word er in termen gesproken waar jij geen bal van snapt!
Dat geeft niet we helpen jou op weg.
Leer je BJJ jargon met deze uitgebreide lijst met technieken die we voor jou hebben samengesteld.
Braziliaans Jiu Jitsu heeft een breed scala aan technieken.
Al die technieken hebben namen.
In het engels, portugees en japans.
Hieronder vindt je een lijst met meer dan 100 termen die je vast en zeker gaat horen als je de mat op stapt.
Nu heb je de woorden, nou nog de technieken!
Er zal vast hier en daar een term missen omdat Jiu-Jitsu een evoluerende sport is waarin er steeds nieuwe termen/posities en technieken worden toegevoegd.

  • 411. 
    Ook wel Inside sankaku genoemd.

  • 50-50. 
    Een been klem positie die lijkt op een outside ashi garami maar met de benen van je tegenstander gecontroleerd met een “cross grip” aan de binnenkant.
    Zoals de naam aangeeft 50-50 kan het beide kanten opgaan met de beenklemmen zowel voor jou als je tegenstander.

A

  • ADCC. 
    ADCC staat voor Abu Dhabi Combat Club. opgericht door Sheik Zayed en Renzo Gracie om vechtsport in de UAE te laten groeien.
    Het doel met ADCC was het beste grappling tournooi in de wereld te creëeren.
    Tegenwoordig word ADCC gezien als het olympische spelen voor Grappling

  • Americana. 
    De Americana is een gebogen schouderklem.
    Je buigt de elleboog en arm terwijl de rest van de schouder en lichaam stil blijft liggen voor een maximaal hefboom effect.
    Deze klem/aanval word meestal van boven af uitgevoerd.
    Degene die de techniek aanzet doet dit meestal van de mount of side control.

  • Ankle lock. 
    Een klem die gericht is op de enkel gewricht.
    Je kunt deze inzetten wanneer je de voet probeert weg te strekken van het been.
    Er zijn veel variaties van de enkel klem.
    Gestrekte, neerwaartse en toe holds.

  • Arm drag. 
    Een techniek die word gebruikt om een arm van de tegenstander weg te halen meestal staand zodat de tegenstander kan worden neergehaald.
    Je kunt met een arm drag richting de rug van je tegenstander gaan.
    Dit gebeurt meestal op de grond
    Een arm drag kun je het beste doen met twee armen van jou op één van je tegenstander.
    Met deze controle kun je je tegenstander uit balans trekken en aanvallen.

  • Arm triangle.
    Een submissie die je kunt krijgen als je het hoofd en schouder van je tegenstander bij elkaar drukt. Je knijpt hiermee bloed toevoer af waardoor het word gezien als een verwurging.
    Er zijn verschillende varianten van zoals Kata Gatame, D’arce en anaconda.

  • Armbar. 
    Wie kent de armklem nou niet?
    Het is een hyperextentie van de elleboog
    Arm klemmen zijn erg divers en kan van veel verschillende posities worden ingezet bijvoorbeeld van de mount guard en zelfs backmount!

  • Ashi garami. 
    Een judo techniek die letterlijk betekent verstrikte been klem.
    In het moderne BJJ is ashi garami een basis been klem positie.
    Vaak gezien als een start positie voor meer complexere beenklemmen.
    Ashi garami kan van zowel “inside” en “outside” gedaan worden.
    Dit verwijst naar de positie van jou eigen been.

B

  • Back control. 
    Een dominante controle en positie
    Hier heb je iemand achter de rug vast met je heupen voeten en armen.
    De Back control is de meest dominante posities die je kunt hebben in BJJ.
    Hier heb je ook de hoogst percentage verwurging namelijk de rear naked choke.
    In competitie krijg je hier ook de meest punten voor(vier)

  • Back take. 

    Dit is onderdeel van een aantal technieken die worden gebruikt om te transitioneren de positie naar de backcontrol.
    Een voorbeeld hiervan is de armdrag door kruislings de arm van je tegenstander weg te trekken van zijn lichaam kun je richting de rug gaan.

  • Base. 
    Een base is lastig te beschrijven met tekst.
    Ik zou het woord zelfs te kort doen.
    Maar als ik er toch over schrijf dan zal ik een omschrijving geven die Rickson Gracie mij wel eens heeft uitgelegd.
    Een base is iets waar je weerstand mee kan absorberen en uitoefenen. Als je een goede base hebt is het moeilijk voor je tegenstander om je te duwen of te trekken.
    Maar als je plotseling besluit dat je je tegenstander wilt verplaatsen, dan ben je in staat dit te doen.


  • Belt. 

    BJJ wordt traditioneel uitgevoerd in een gi of kimono met een belt(band).
    Je belt geeft je rang aan.
    In het BJJ-gradatie systeem werken we metwitte, blauwe, paarse, bruine en zwarte belts.

  • Berimbolo. 
    Dit is een sport specifieke sweep techniek die word gebruikt om naar de rug van je tegenstander te gaan.

  • Bow and arrow choke. 

    Een pak verwurging die je kunt doen als je de rug controle hebt.
    Zoals je al uit de naam kunt opmaken is het dezelfde beweging die je gebruikt bij een pijl en boog.

  • Brabo choke. 
    Een pak verwurging waarmee je de rever van je tegenstander gebruikt en jou voorarm.

  • Breakfall. 
    Val breken, voor beginners het belangrijkste om te kennen.
    Hoe beter je kunt vallen des te minder kans op blessures.

  • Bridge and roll. 
    Bruggen en rollen in BJJ word dit ook wel de “Upa” genoemd.

  • Bridge. 
    Bruggen is één van de basisbewegingen van het BJJ.
    Bruggen doe je wanneer iemand bovenop je zit(Mount) met de kracht van je heupen.
    Zo krijg je het gewicht op je schouders en rug en creëer je ruimte om te ontsnappen.

  • Butterfly guard. 
    Butterfly guard is een stijl uit de open guard.
    Hier ga je zitten met je benen voor je en probeer je je benen tussen die van je tegenstander te krijgen.
    Je voeten fungeren hier als haken, het doel is uiteindelijk de positie om te draaien en boven op te komen en uiteraard een submissie te krijgen.

C

  • Cauliflower ear. 

    Bloemkooloor is een oorafwijking veroorzaakt door verwondingen aan het oor.
    Deze veroorzaken hematomen die de bloedstroom naar het oor kunnen blokkeren.Hier sterft het kraakbeen af.
    Bloemkooloor komt vaker voor bij grapplers, maar is te voorkomen met oorbeschermers en op tijd aftikken!.

  • Clinch. 

    Een staande positie waar twee personen grip op elkaar hebben. De clinch kan worden gebruikt om iemand naar de grond te werken.
    Vanuit een zelfverdediging perspectief ben je in een goede positie nu is de kans op schade van stoten en trappen vrijwel geminimaliseerd.

  • Closed guard. 

    Met de gesloten guard heb je jou benen om de middel van je tegenstander heen.
    Het is bedoeld om je tegenstander te controleren, je kunt daarvoor je armen en benen gebruiken.
    Je wilt de tegenstander van links naar rechts bewegen of naar voren en achteren.Je tegenstander wilt meestal een goede postuur.
    Dat houdt in rechtop zitten en niet naar voren getrokken worden.
    Wanneer er stoten bij zijn betrokken is het verstandig dat je je tegenstander heel dichtbij houd of ver weg.
    Er zijn meerdere guard vormen, voor beginners is dit vaak waar het eerst mee kennis gemaakt word.

  • Collar choke. 

    Een overkoepelende term die verwijst naar verschillende gi-specifieke submissies waarbij je het jasje van de tegenstander gebruiken om de choke te voltooien.

  • Competition gi. 

    Een lichtere gi die is gemaakt om een Jiu-Jitsuka te helpen makkelijker een gewichtsklasse te halen voor een BJJ-wedstrijd.

  • Crank. 
    Een klem die er op gericht is de gewrichten aan te vallen.
    Cranks kun je uitvoeren op de nek of zelfs de rugwervel.

  • Cross face. 
    Een techniek waar je iemand mee kunt vastpinnen.
    Je gebruikt hier meestal je schouder en lichaamsgewicht voor.
    Deze techniek word meestal van bovenaf aangezet meestal van side control of mount.

D

  • De la Riva guard.
    Dit is een vorm van open guard vernoemd naar een BJJ legende De la Riva. Je haakt je voeten aan de binnen en buitenkant van de benen van je tegenstander.
    Je kunt het gebruiken als een transitie naar andere posities in BJJ.

  • Double leg takedown. 
    Een onderuithaal techniek waarbij je de benen aanvalt van je tegenstander en hem/haar ermee kan neerhalen.
    Een geavanceerdere versie van een tackle.

  • D’Arce choke.
    Een arm triangle variatie vernoemd naar Joe D’Arce.
    Met de D'Arce gebruik je de arm en schouder van de tegenstander om de choke te voltooien.
    De D'Arce is een no-gi-variant van de populaire Brabo-choke.

E

  • Escape. 
    Een techniek/beweging waarmee je uit een ongunstige positie kunt ontsnappen.

  • Ezekiel choke. 

    Een Gi choke waarbij je jou arm om het hoofd van je tegenstander slaat en vervolgens je eigen mouw vastpakt om het af te maken.
    De Ezekiel-choke is vernoemd naar de Braziliaanse Judo-Olympiër Ezequiel Paraguassú, maar is eigenlijk een traditionele judotechniek die bekend staat als een sode guruma-jime.

    Everyday porrada. 
    Een hashtag die viraal ging afkomstig is van een van de beste BJJ vechters van zijn periode Romulo Barral.
    Het woord porrada betekent in het Portugees "vechten" of "knokken".
    (De mensen die dit het hardst roepen zijn meestal het eerst moe ;) )

F

  • Figure four arm lock. 
    Ook wel de Americana genoemd. 

  • Full guard. 
    Zelfde als closed guard.

G

  • Gable grip. `

    Een gesloten palm naar hand grip die vernoemd is naar de legendarische gouden medallist Dan Gable.
    Dit is een krachtige grip je kunt er mensen mee liften en controleren.

  • Gassing out / gassed. 
    Gassing out oftewel uitgeput zijn.
    Vaak in de context van een BJJ-sparringronde.
    Dit komt meestal omdat je inefficiënt bent met je energieverbruik of ademhaling.

  • Gi. 

    Een zware katoenen jack ook wel bekend als kimono.
    De Gi wordt sinds de jaren twintig gebruikt in traditionele Japanse vechtsporten zoals judo.
    In BJJ kan je ook zonder de gi trainen beter bekend als no-gi jiu jitsu.

  • The Gracies. 

    De pioniers van het Braziliaanse Jiu Jitsu en de UFC.
    De Gracie familie is ongetwijfeld de familie die het meeste impact heeft gehad op vechtsportwereld wereldwijd.

  • Guard. 
    Je ligt op de grond op je rug met jou benen om de tegenstanders middel.
    Je hebt meerdere vormen van guard.
    Closed/Full Guard> Open Guard>Half Guard>Butterfly Guard.

  • Guard pass. 
    De guard pass is een techniek/ beweging waarmee je langs de benen en heupen van je tegenstander gaan.
    (Makkelijker gezegd dan gedaan)

  • Guillotine. 
    Een verwurging waarbij je de nek van je tegenstander isoleert met jou oksel op de nek en afsluiten met je armen.
    Er zijn meerdere varianten hiervan.




H

  • Half guard.
    Bij deze guard variant heb je twee benen om één been van je tegenstander heen.
    Je hebt veel sweep en submissie opties vanaf hier.


  • Head and arm choke. 
    Ook wel arm triangle genoemd.

  • Heel hook.
    Een beenklem waarbij je torsie zet op de voet om de knie en enkel daarmee aan te vallen.
    Je kunt er iemand flink mee beschadigen dus is dit vaak niet toegestaan in competities zoals de IBJJF.
    (Wij trainen ze wel)

  • Hip escape. 
    Een beweging waarbij je met je heupen vaak weg wilt gaan van je tegenstander.
    Hip escapes zijn fundamentals BJJ bewegingen. Ook wel bekend als shrimping.

  • Honey hole. 
    Oftewel inside sankaku.

  • Hooks. 
    Voetcontrole waarmee je connectie maakt op je tegenstander.

I

  • IBJJF. 

    Deze organisatie is opgericht door Carlos Gracie Jr. en organiseert elk jaar een wedstrijden over de hele wereld.

  • Imanari roll. 
    Een rol vanaf staand waarmee je de binnenkant benen aanvalt.
    Het doel is dan ook om in de sankaku / 411 beenklem positie terecht te komen. De Imanari-rol werd gepopulariseerd door Masakazu Imanari, een Japanse MMA-vechter.

Inside sankaku.
Een positie/transitie waarmee je iemand kunt controleren op de grond.
Dit doe je door de benen van je tegenstander te verstrengelen met die van jou.
Het klinkt inderdaad heel vreemd, maar kon er niks anders van maken :D


J

  • Japanese necktie. 
    Een arm triangle variatie die word ingezet vanaf de turtle positie.

  • Jigoro Kano. 
    De bedenker/oprichter van het Japanse Jûdo.

  • Judo.
    Dit heeft geen uitleg nodig.



    K

    • K-guard. 
      Een variatie van open guard populair gemaakt door
      Lachlan Giles.
      Kata gatame. 
      Arm triangle.

      Kesa gatame. 
      Een controle die je kunt uitvoeren vanaf side control met veel submissie opties.
      Kesa gatame word vaak gebruikt in het judo als een pin in BJJ als een manier om tegenstanders te submitten.

      Kimono. 
      Gi.

      Kimura. 
      Gebogen schouderklem vernoemd naar Mashahiko Kimura.

      Knee on belly
      De naam zegt het al, knie op buik.
      Het is een positie/transitie waarmee je alle kanten opkan.
      Je kunt er mensen van submitten of controleren vooral op straat.

Knee shield
Een hefboom techniek waarmee je je het gewicht van je tegenstander van je af kan houden als hij probeert langs je benen te passeren dit word vanaf de half guard gedaan.

Knee bar
Een beenklem techniek waarmee je de knie naar hyperextensie brengt.

Kodokan. 
Het officiële Judo hoofdkwartier in Tokyo, Japan.


  • L

    Lasso guard.
    Een variatie van open guard waarmee je je tegenstander kunt controleren vanaf de bottom.

    Leg drag. 
    Een manier om de guard te passeren.

    Lockdown. 
    Een half guard techniek waar de persoon op de bottom twee benen op één van de tegenstander heeft.
    Het doel is het been tot extensie te brengen om een sweep te krijgen.
    Populair gemaakt door Eddie Bravo

    M

    MMA. 
    Mixed Martial Arts meestal kijken mensen dit via UFC.

    • Mata Leão. 
      Portugees voor rear naked choke.

    • Mitsuyo Maeda. 
      Maeda ook bekend als Conde Koma.
      Was een Judo Specialist die in Brazilië rond heeft gereisd en het Judo/JiuJitsu heeft geïntroduceerd aan de Gracies

    • Mount. 
      Een dominante positie/pin waarbij je boven op je tegenstander zit.

    N

    • Neck crank. 
      Een klem voor de rugwervel of nek.

    • No gi. 
      Braziliaans JiuJitsu zonder pak.

    • North South. 
      Een variatie van side control waarmee je het hoofd controleert terwijl je verticaal ligt achter het hoofd van je tegenstander.
      Marcelo Garcia is hier een meester in.

      O

      • Omoplata. 
        Een schouderklem meestal vanuit de guard waarbij je benen en heupen gebruikt om druk te zetten op het gewricht.

      • Oss. 
        Een afkorting van een Japanse uitdrukking “Onegai Shimassu”
        Je kunt op meerdere manieren gebruiken.
        Als groet, afgroet of als respect betuiging.

      • Overhook. 
        Jou arm over de schouder van je tegenstander vanaf staand heb je worp opties.
        Op de grond heb je sweep opties met een overhook.

      • P

        • Peruvian necktie.
          Een arm triangle variatie vanaf de front headlock positie.

        • Porrada. 
          Vechten/Knokken in het Portugees.

        • Post. 
          Je handen of voeten gebruiken om niet uit balans gebracht te worden.

      • Posture. 
        Een stabiele houding oftewel postuur in Grappling/BJJ betekent dat je je rug en nek laat samenwerken om niet uit balans getrokken te worden.

      • Pull guard.
        Wanneer je iemand niet kunt neerhalen/werpen kun je diegene in je Guard trekken.

      • Pummel. 
        Een soort borstcrawl beweging die veel voorkomt in grappling/BJJ.
        Je wilt hiermee de binnenkant controleren van het lichaam van je tegenstander.
        Dit kun je met je armen en benen doen.

        Q
        Quarter guard. 
        Een overleving positie wanneer iemand bijna langs je halfguard is.

R

  • Rear mount. 
    Zelfde als back control/mount.

  • Rear naked choke. 
    De meest bekende verwurging.
    Waarin je achter de aanvaller bent.
    Arm over de nek en sluiten met je tweede arm.

  • Red belt. 
    De hoogste onderscheiding in BJJ.
    Een rode band is een 10e graad op je coral belt.

  • Reversal.
     
    Een sweep die niet vanuit de guard komt.
    In competitie krijg je geen punten hiervoor.

  • Reverse de la Riva. 
    Een andere variatie op de normale de la Riva.
    Hier ga je met het been naar de binnenkant i.p.v de buitenkant.

  • Ringworm. 
    Huidinfectie die voorkomt bij contact sporten.

  • Rolling.
     
    Rollen is het sparren in BJJ.

  • Rubber guard. 
    Een guard die ontwikkelt is door Eddie Bravo.
    Je hebt er flink wat flexibiliteit voor nodig.
    Ik ga het je niet eens uitleggen google het even.

S

  • Sambo. 
    Een vechtsport uit het voormalige soviet unie.
    Een combinatie van Judo, worstelen en Jiu-Jitsu.
    Je hebt twee soorten:
    Combat sambo is met stoten en trappen.
    Sport Sambo: Alleen submissies en worpen.

  • Sandbagging. 
    Te lang op dezelfde band blijven hangen omdat je leraar je graag competities ziet winnen.

  • Scarf hold. 
    Andere naam voor kesa gatame.

  • Scissor sweep. 
    Een sweep vanuit open guard waarbij je een schaar beweging maakt.

  • Seatbelt. 
    De naam zegt het al een gordel.
    De gordels zijn nu je armen om je tegenstander zijn borst en schouderblad. Een goeie manier om naar de rug te gaan.

  • Shark tank.
    Een manier om je voor te bereiden op wedstrijden of examens voor je band.
    Om de minuut komt er iemand “fresh” tijdens het sparren in.
    Jij krijgt geen rust.

  • Shoyoroll. 
    Een exclusieve GI maker die alleen één soort GI uitbrengt per periode.
    Erg populair onder BJJ’ers. Exclusief= duur.

  • Shrimp. 
    Andere benaming voor hip escape.

  • Side control. 
    Een positie waar je iemand mee kunt vastpinnen en controleren.
    Dit is een borst op borst connectie meestal kom je hier na een guard pass.
    Hier zal je veel tijd spenderen als beginner(onderop)

  • Single leg takedown. 
    Een manier om iemand neer te halen.
    Deze techniek komt van het worstelen, er zijn tientallen verschillende variaties voor de single leg.

  • Single leg x-guard. 
    Een twee op één been controle bij je tegenstander vanuit de bottom.
    Je kunt hier mensen mee sweepen of als een aanvallende positie gebruiken voor beenklemmen.

  • Spider guard. 
    Een open guard variatie met de Gi.
    Je hebt controle over de polsen met het jasje.
    Je voeten op de biceps van je tegenstander.
    Spider guard is een BJJ sport specifieke techniek.

  • Staph. 
    Staphylococcus bacterie is een huid infectie die voor kan komen bij contact sporten.

  • Stripe. 
    Strepen op je band ter bevestiging van je vooruitgang in de sport.

  • Structure. 
    Een term die word gebruikt om de anatomie van een gewricht aan te duiden.

  • Submission. 
    Een aanval techniek waarmee je iemand kunt verwurgen of klemmen.
    In kick(boksen) is het doel de knockout, in BJJ is het de submissie.

  • Sweep. 
    Dit is Eeen manier om mensen uit balans te brengen in BJJ.
    Denk aan bijvoorbeeld een voetveeg in Judo.
    In BJJ doe je dit op de grond, een kleiner persoon onder het zwaartepunt komen van een veel groter persoon en met hefbomen zijn/haar positie verbeteren.

T

  • Takedown. 
    Neerhalen, dit kun je op veel manieren doen.
    Worstel/Judo/Sambo technieken.
    Vrijwel alles mag in BJJ vanaf staand in tegenstelling tot de meeste sporten.

  • Tapping out. 
    Aftikken/Afkloppen meestal komt dit van een klem of verwurging.
    Het kan zo zijn dat je in het begin overweldigd word door druk en daar ook van gaat aftikken.
    Je kunt afkloppen met je voeten, handen of verbaal.

  • Toreando pass. 
    Een manier om de guard te passeren.
    Dit doe je door controle te krijgen over de binnenkant van de knieën en de benen de andere kant op te sturen.

  • Triangle. 
    Ook wel sankaku genoemd in Judo.
    Dit is een verwurging die je uitoefent met je benen.
    Je kunt dit doen uit meerdere posities, de meeste beginners kennen het alleen vanuit guard

  • Turtle. 
    Een defensieve positie waar iemand op zijn handen en knieën is.

U

  • UAEJJF. 
    Afkorting voor United Arab Emirates Jiu Jitsu Federation.
    Een BJJ wedstrijd organisatie die wereldwijd evenementen organiseert.

  • Uke. 
    Een japans woord voor iemand waarmee de techniek word voorgedaan.

  • Underhook. 
    Een techniek in de clinch waar je jou arm onder de oksel van je tegenstander hebt en zijn heup controleert met je andere arm.

  • Upa. 
    Een techniek waarmee je iemand die bovenop je mount zit van je af kan bruggen.
    Om dit succesvol te doen heb je controle over de arm schouder en voet nodig van je tegenstander.

V

Viktor roll.
Een rol techniek vanuit staand waarmee je meteen in een beenklem positie terecht komt.

W

  • Worm guard. 
    Een vorm van open guard populair gemaakt door BJJ atleet Keenan Cornelius.

  • Wristlock. 
    Submissies gericht op de polsen van je tegenstander.

X

  • X-guard. 
    Een open guard variatie populair gemaakt door BJJ legende Marcelo Garcia.
    X- Guard word gebruikt door de persoon onderop met een twee op één been controle.
    Het word voornamelijk als sweep gebruikt.

Y

Y-Guard

De bedenker van deze type open guard is Felipe Costa.
Ik weet er eerlijk gezegd nog te weinig van om hier meer over te vertellen

Z

  • Z-guard. 
    Een variatie van de knee shield vanuit half guard.
    Je gebruikt je knie en voet als een frame om je tegenstander zijn/haar bewegingen te kunnen volgen om vervolgens te gaan sweeten of submitten.
    Craig Jones is iemand die dit soort type guard gebruikt in competities.
















Ik ken de termen nu wil ik het echte werk leren!
Vorige
Vorige

Braziliaans Jiu-Jitsu vs Judo,Wat is het verschil?

Volgende
Volgende

Braziliaanse Jiu Jitsu vs Japanse Jiu Jitsu: wat is het verschil?